Wijziging sportvrijstelling in 2019: gevolgen voor btw-aftrek sportaccommodaties

Het kabinet heeft aangekondigd dat de btw-sportvrijstelling met ingang van 2019 zal worden gewijzigd. De wijziging van de sportvrijstelling heeft gevolgen voor de aftrek van btw bij sportaccommodaties, zwembaden en sportevenementen door bijvoorbeeld gemeenten, beheerstichtingen en andere organisaties zonder winstoogmerk.

In deze extra nieuwsbrief lichten wij de mogelijke gevolgen nader toe.

De wijziging van de sportvrijstelling

Uit de startnota van het kabinet van 3 november 2017 kan worden opgemaakt dat het kabinet voornemens is de sportvrijstelling per 1 januari 2019 te wijzigen. Na wijziging is de sportvrijstelling van toepassing op alle nauw met de sportbeoefening samenhangende diensten als die worden verricht door organisaties zonder winstoogmerk. De sportvrijstelling is dan volgens het kabinet ook van toepassing op de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties door organisaties zonder winstoogmerk, zoals gemeenten en beheerstichtingen.

In de huidige situatie kunnen exploitanten die tegen betaling van een gebruikersvergoeding een sportaccommodatie ter beschikking stellen, onder voorwaarden het zogenoemde Sportbesluit toepassen. Als de exploitant aan de voorwaarden voldoet, kan hij het 6%-tarief toepassen. De exploitant heeft dan ook recht op aftrek van de btw die drukt op alle kosten. Per saldo is de toepassing van het 6%-tarief erg voordelig voor exploitanten en indirect voor de gebruikers van de sportaccommodaties.

De sportvrijstelling is vanaf 2019 onder meer van toepassing op de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties door organisaties zonder winstoogmerk. Dat betekent dat gemeenten en andere organisaties zonder winstoogmerk vanaf 2019 verplicht de vrijstelling moeten toepassen voor de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties tegen vergoeding. Het Sportbesluit kan door gemeenten etc. niet meer worden toegepast en er bestaat in beginsel geen btw-aftrek meer voor de sportaccommodatie. Ook zal in beginsel de voor herziening vatbare btw die in de afgelopen jaren in aftrek is gebracht, gedeeltelijk moeten worden terugbetaald (herzienings-btw).

De wijziging van de sportvrijstelling heeft geen nadelige gevolgen voor de bestaande situaties waarbij sportaccommodaties gratis of tegen een symbolische vergoeding ter beschikking worden gesteld. In die gevallen kan de btw in de huidige situatie namelijk niet worden verhaald, tenzij de sportaccommodatie als een gemeenschapsvoorziening voor de inwoners kan worden beschouwd.

Overgangsregeling en compensatieregeling

Bij de wijziging van de sportvrijstelling komt een overgangsregeling voor bestaande situaties zodat geen herzienings-btw hoeft te worden terugbetaald. De inhoud en de reikwijdte van deze overgangsregeling is nog niet bekend.

Tevens komt er een compensatieregeling voor gemeenten en sportverenigingen, waarschijnlijk gebaseerd op concrete investeringen. De inhoud en de reikwijdte van deze compensatieregeling is ook nog niet bekend.

Daarnaast blijft het Sportbesluit gewoon van toepassing voor exploitanten die wel een winstoogmerk hebben. Als ondanks de overgangsregeling en/of de compensatieregeling toch financiële nadelen dreigen te ontstaan, kan bijvoorbeeld een gemeente er ook voor kiezen de exploitatie van de sportaccommodatie(s) uit te besteden aan een organisatie met een winstoogmerk. Dat kan een externe partij zijn, maar het is ook denkbaar dat een nieuwe rechtspersoon wordt opgericht. Deze nieuwe rechtspersoon moet dan wel op grond van het statutaire doel en de concrete omstandigheden een winstoogmerk hebben.

Wij houden er rekening mee dat het Sportbesluit zelf op onderdelen zal worden gewijzigd. Het is bijvoorbeeld de vraag of bridge en denksporten nog onder het Sportbesluit kunnen vallen, gelet op recente Europese rechtspraak.

Ten slotte moeten ook sommige organisatoren van sportevenementen zoals wandel-, hardloop-, en fietsevenementen, zich voorbereiden op deze wijziging.

Wat kunt u op dit moment al doen?

De sportvrijstelling zal naar verwachting met ingang van 1 januari 2019 worden gewijzigd. Omdat de inhoud van de overgangsregeling en de compensatieregeling nog niet bekend is, adviseren wij gemeenten en sportorganisaties alvast te (laten) inventariseren wat de huidige situatie is en welke mogelijke financiële nadelen kunnen ontstaan. Als de regelingen bekend worden gemaakt en toch mogelijk leiden tot financiële nadelen, kunnen andere oplossingen nog tijdig worden geïmplementeerd.

Mocht u vragen hebben over de fiscale aspecten bij sportaccommodaties of een inventarisatie willen laten uitvoeren, neem dan gerust contact met ons op.

[Bron: Startnota]