Taakoverdracht tussen woningcorporaties. Vrijstelling overdrachtsbelasting?

Uitspraak: Rechtbank Den Haag 3 februari 2017, nr. AWB 16/429

Een woningcorporatie draagt in 2014 voor bijna 11 miljoen euro aan woningbezit over aan een andere woningcorporatie. Beide corporaties zijn toegelaten instellingen in de zin van de Woningwet en hebben de ANBI-status. De verkrijgende corporatie, die het vastgoed heeft verkregen om de huisvesting van studenten en jongeren in Deventer vorm te geven, heeft 2% overdrachtsbelasting voldaan, maar doet in bezwaar een beroep op de wettelijke vrijstelling voor een taakoverdracht tussen twee of meer instellingen die de status van ANBI hebben, indien in het kader daarvan alle activa en passiva die betrekking hebben op de overgedragen taak aan de verkrijgende instelling worden overgedragen, mits bij de overdracht commerciële factoren geen rol spelen.

De verkrijgende woningcorporatie verschilt met de Belastingdienst van mening of sprake is van een taakoverdracht en of commerciële factoren al dan niet een rol speelden bij de overdracht. De rechtbank komt aan de beantwoording van deze vragen echter niet toe; uit de feiten maakt zij op dat eiseres zelf voor de financiering van het aankoopbedrag zorgdraagt en de financiering (schuld) van de overdragende corporatie niet heeft overgenomen.
Daardoor is er, aldus de rechtbank, geen sprake van overname van alle activa en passiva die op de taak betrekking hebben en valt het doek voor belanghebbende. Aan de beantwoording van de vraag of sprake was van een taakoverdracht en of commerciële factoren al dan niet een rol hebben gespeeld, komt de rechter (helaas) niet toe.

Wij menen dat bij dergelijke overdrachten van delen van (verhuurd) vastgoedbezit tussen corporaties onderling deze vrijstelling in voorkomende gevallen wel toegepast kan worden. In deze casus waren echter te weinig aanknopingspunten voor handen om toepassing van de vrijstelling te kunnen verdedigen.

[Bron: Uitspraak]

Dit bericht verscheen in de Nieuwsbrief Btw en Overdrachtsbelasting nr. 16 van februari 2017 van de Adviesgroep Indirecte Belastingen van Caraad Belastingadviseurs.