Rechtbank stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie over het vergoeden van rente bij ambtshalve btw-teruggaven

Op 26 oktober 2022 heeft Rechtbank Gelderland in een door Caraad gevoerde procedure vragen gesteld aan het Hof van Justitie over het vergoeden van rente door de Belastingdienst bij een btw-teruggaaf.

Kern van de procedure

De betreffende belastingplichtige heeft de Belastingdienst om een teruggaaf van btw over eerdere jaren verzocht en ook gekregen. Bij het verlenen van de (ambtshalve) teruggaaf wordt ook rente vergoed door de Belastingdienst. De periode waarover de Belastingdienst rente vergoedt, begint echter niet eerder te lopen dan na 8 weken na het indienen van het teruggaafverzoek.

Naar onze mening is dat niet juist. Met name uit jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie leiden wij af dat de Belastingdienst al vanaf een eerder moment rente dient te vergoeden. Deze extra rente kan met verschillende benamingen worden aangeduid: door de Belastingdienst met invorderingsrente en in het fiscale spraakgebruik ook wel ‘Irimierente’.

Naar onze mening dient de Belastingdienst in feite al rente te vergoeden vanaf het moment dat de belastingplichtige – bij een direct juiste toepassing van de regelgeving – over het geld had kunnen beschikken. Over dit principiële standpunt gaat de procedure waarbij de Rechtbank heeft besloten het Hof van Justitie om advies te vragen (zogenoemde prejudiciële vragen).

De Rechtbank stelt – kort samengevat – de volgende vragen:

  • Moet de Belastingdienst invorderingsrente vergoeden als het volledig de eigen schuld is van de belastingplichtige dat de btw pas later is teruggegeven?
  • Zo ja: vanaf welke dag moet die rente dan worden vergoed?

Achtergrond

De procedure wordt gevoerd door een gemeente maar de uitspraak kan van belang zijn voor alle belastingplichtigen die een teruggave ontvangen van  btw. Zoals  zorg-, of onderwijsinstellingen, woningcorporaties, zakelijke dienstverleners, etc.

De door de gemeente teruggevraagde btw heeft onder andere betrekking op de herberekening van het zogenoemde mengpercentage (aftrek van btw op algemene kosten). Daardoor is te weinig aftrek geclaimd via de btw-aangifte (welke btw op verzoek is teruggegeven door de Belastingdienst).

Voorbeeld:

De gemeente dient op 1 augustus 2017 een verzoek in voor teruggaaf van btw over het jaar 2013. De Belastingdienst handelt het verzoek in het jaar 2020 af. Daaruit volgt een teruggaaf btw waarbij de Belastingdienst rente vergoedt over de periode vanaf 26 september 2017 t/m 14 dagen na datum aanslag 2020.

Naar onze mening is dit niet correct en dient de Belastingdienst op basis van het Unierecht meer rente te vergoeden. In het voorbeeld over de periode 1 januari 2014 t/m 25 september 2017.

Overweging

Om kans te maken op de hiervoor genoemde vergoeding van invorderingsrente dient de belastingplichtige binnen 6 weken na datum van de teruggaafbeschikking om invorderingsrente te verzoeken.

Belastingplichtige die een beroep willen doen op het vergoeden van invorderingsrente dienen derhalve tijdig aan de Belastingdienst te verzoeken om een rentevergoeding om de rechten veilig te stellen (en te kunnen profiteren van een eventuele gunstige uitspraak van het Hof van Justitie etc.).  

Met eventuele vragen of deze mogelijkheid ook op uw situatie van toepassing is, kunt u contact opnemen met uw Caraad-adviseur.