Prinsjesdag | Belastingplan 2023

Dinsdag heeft het kabinet het pakket Belastingplan 2023 aangeboden aan de Tweede Kamer. Wij hebben de meest relevante maatregelen per belastingsoort op hoofdlijnen voor u uitgewerkt.

 

Inkomstenbelasting

Wijzigingen tarifering en kortingen

Voor de inkomstenbelasting gelden de volgende wijzigingen ten aanzien van tarifering en kortingen:

  • Het tarief van de eerste schijf van box 1 wordt verlaagd van 37,07% in 2022 naar 36,93% in 2023. De grens van de eerste tariefschijf gaat omhoog van €69.398 in 2022 naar €73.031 in 2023.
  • De zelfstandigenaftrek wordt verder afgebouwd. Met ingang van 2023 wordt deze aftrek in verschillende stappen verlaagd van €6.310 in 2022 naar €900 in 2027. In 2023 geldt een bedrag van €5.030.
  • De maximale algemene heffingskorting (AHK) gaat van €2.888 in 2022 naar €3.070 in 2023. Naast het box 1-inkomen, gaat per 2025 het totale verzamelinkomen, dus ook het inkomen uit box 2 en 3, meetellen voor de afbouw van de AHK.
  • De arbeidskorting wordt vanaf 2023 elk jaar verhoogd.
  • De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) gaat van €2.534 in 2022 naar €2.694 in 2023. De IACK wordt vanaf 2025 afgeschaft, behalve voor ouders met (een of meer) kinderen die zijn geboren vóór 1 januari 2025.
  • De Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Energieinvesteringsaftrek (EIA) worden verhoogd per 2023 (geldt ook voor de Vpb).
  • Per 2024 krijgt box 2 twee schijven. Voor de eerste schijf (inkomen tot €67.000 per persoon) gaat een tarief gelden van 24,5% en voor de tweede schijf gaat een tarief gelden van 31% (over het meerdere). Voor 2023 geldt hetzelfde tarief als 2022 (26,9%).
  • Het tarief in box 3 wordt met 1%-punt per jaar verhoogd naar 34% in 2025. Het heffingsvrije vermogen wordt verhoogd van € 50.650 naar €57.000 (voor partners van €101.300 naar €114.000).

 

Middelingsregeling afgeschaft

De middelingsregeling wordt per 1 januari 2023 afgeschaft. Het laatste tijdvak waarover nog kan worden gemiddeld omvat de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024.

 

Verhoging maximum onbelaste reiskostenvergoeding

Het maximum van de onbelaste reiskostenvergoeding wordt per 1 januari 2023 verhoogd van €0,19 naar €0,21 per kilometer en per 1 januari 2024 naar €0,22 per kilometer.

 

Fiscale oudedagsreserve (FOR) afgeschaft

Per 1 januari 2023 kan een FOR niet verder meer worden opgebouwd. De tot 31 december 2022 opgebouwde FOR kan volgens de huidige regels worden afgewikkeld.

 

Aanpassing leegwaarderatio

De leegwaarderatio is een waarderingsmethode voor verhuurde woningen (box 3 en schenk- en erfbelasting). De percentages in de tabel worden geactualiseerd. Bij een jaarlijkse huurprijs van meer dan 5% ten opzichte van de WOZ-waarde, wordt het percentage van de leegwaarderatio verhoogd naar 100 procent. Ook bij verhuur aan gelieerde personen wordt het percentage van de leegwaarderatio verhoogd naar 100 procent. Er wordt in die gevallen dus geen rekening meer gehouden met een waarde-afslag. Voor situaties van een tijdelijk huurcontract wordt de leegwaarderatio afgeschaft.

 

Rechtsherstel box 3 2017 t/m 2022

Vanwege het arrest van de Hoge Raad introduceert het kabinet een nieuwe berekeningsmethodiek voor box 3. Er geldt rechtsherstel voor:

  • belastingplichtigen die deel uitmaken van de massaal bezwaarprocedures;
  • belastingplichtigen voor wie de aanslagen 2017 t/m 2020 nog niet onherroepelijk vaststonden op 24 december 2021; en
  • voor alle belastingplichtigen voor de jaren 2021 en 2022.

 

Het kabinet heeft besloten geen rechtsherstel te bieden voor belastingplichtigen voor wie de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017 t/m 2020 is opgelegd en de bezwaar- of beroepstermijn is verlopen (niet-bezwaarmakers).

 

De ‘forfaitaire spaarvariant’ wordt als nieuwe berekeningsmethodiek gebruikt. Vermogen wordt hierbij verdeeld in drie vermogenscategorieën met elk een eigen forfaitair rendementspercentage:

  • banktegoeden (inclusief contant geld) (2021: 0,01%);
  • overige bezittingen (2021: 5,69%); en
  • schulden (2021: 2,46%).

De definitieve percentages voor 2022 moeten nog worden vastgesteld. Voor de belastingjaren 2023, 2024 en 2025 heeft het kabinet overbruggende wetgeving gemaakt op basis van de forfaitaire spaarvariant zoals die ook is gebruikt voor het bovenbeschreven rechtsherstel.

Per 2026 zal er een nieuw box 3-stelsel worden ingevoerd op basis van reëel rendement.

 

Vennootschapsbelasting

Tarief en schijfgrens

De schijfgrens wordt vanaf 1 januari 2023 verlaagd van €395.000 naar €200.000. Daarnaast wordt het tarief voor een belastbaar bedrag tot en met €200.000 verhoogd van 15% naar 19%.

 

Vastgoedmaatregel fiscale beleggingsinstelling (fbi)

Het kabinet heeft aangekondigd dat fbi’s per 2024 niet meer direct in vastgoed mogen beleggen.

 

Schenk- en erfbelasting

Jubelton verlaagd en afgeschaft

De schenkvrijstelling eigen woning (jubelton) wordt per 2023 verlaagd tot €28.947. De jubelton wordt per 2024 afgeschaft.

 

Loonheffingen

Reiskostenvergoeding

Zoals reeds eerder aangekondigd, wordt voorgesteld om de onbelaste reiskostenvergoeding te verhogen. Per 2023 bedraagt de onbelaste vergoeding € 0,21 per kilometer en per 2024 zal deze € 0,22 per kilometer bedragen.

 

Thuiswerkvergoeding

Ook voor de thuiswerkvergoeding was reeds aangekondigd dat de gericht vrijgestelde vergoeding zou worden geïndexeerd en worden vastgesteld op € 2,13 per thuiswerkdag.

 

Vrije ruimte WKR

De vrije ruimte van de WKR bedraagt thans 1,7% over de loonsom tot € 400.000 plus 1,18% over het meerdere. De vrije ruimte over de loonsom tot € 400.000 wordt per 2023 verhoogd naar 1,92%. Effectief wordt de vrij ruimte daarmee € 880 verhoogd.

 

Afschaffing doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon

Op dit moment wordt bij het bepalen van de hoogte van het gebruikelijke loon een doelmatigheidsmarge gehanteerd van 25%. Gevolg hiervan is dat het gebruikelijke loon 25% lager wordt vastgesteld dan het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Er wordt voorgesteld om deze doelmatigheidsmarge af te schaffen.

Wij verwachten dat het afschaffen van de doelmatigheidsmarge voor veel aandeelhouders die meer dan 5% van de aandelen bezitten (directeur-grootaandeelhouders, hierna: dga’s) impact kan hebben. Indien u in deze positie verkeert, is het van belang te beoordelen of dat voor u ook geldt.

 

Afschaffing tegemoetkoming gebruikelijk loon innovatieve start ups

Per 1 januari 2017 bevat de gebruikelijkloonregeling een tegemoetkoming voor dga’s van innovatieve start-ups. Op basis van deze bepaling mag de hoogte van het gebruikelijke loon van deze dga’s op het niveau van het wettelijke minimumloon kan worden vastgesteld. Omdat er zeer weinig gebruik wordt gemaakt van deze regeling wordt de regeling niet doeltreffend geacht en wordt voorgesteld om de regeling niet te verlengen/af te schaffen.

 

Beperking 30%-regeling tot de Balkenende norm per 2024

De grondslag voor toepassing van de 30%-regeling wordt per 2024 gemaximeerd op het WNT-maximum, dit maximum bedraagt thans € 216.000 op jaar basis. De vergoeding voor extraterritoriale kosten bedraagt daarmee maximaal € 64.800 op jaarbasis. Overigens zal het WNT-maximum per 2024 naar alle waarschijnlijkheid hoger liggen omdat dit bedrag is gekoppeld aan de ontwikkeling van de contractuele loonkosten voor de overheid.

Let op: er geldt overgangsrecht voor de medewerkers voor wie in het laatste tijdvak van 2022 de 30%-regeling reeds wordt toegepast. Is daar sprake van, dan geldt de aftopping per 1 januari 2026 (!).

Voor alle medewerkers die vanaf 1 januari 2023 de 30%-regeling toepassen, geldt de aftopping per 1 januari 2024.

Overigens geldt per 1 januari 2023 tevens de verplichting voor de inhoudingsplichtige om expliciet een keuze te maken voor toepassing van de 30%-regeling óf het vergoeden van de werkelijke extraterritoriale kosten. De keuze moet in het eerste loontijdvak van het kalenderjaar worden gemaakt en geldt dan voor het hele kalenderjaar (zolang de 30%-regeling kan worden toegepast). Als een nieuw verzoek om toepassing van de 30%-regeling wordt gedaan, dan moet de keuze uiterlijk in de vijfde maand na de start van de tewerkstelling worden gemaakt. Met deze verplichting wordt voorkomen dat de systematiek van 30%-regeling en het vergoeden van de werkelijke kosten afwisselend zou kunnen worden toegepast.

 

Btw en overdrachtsbelasting

Overdrachtsbelasting

Het algemene tarief overdrachtsbelasting wordt verhoogd van 8% naar 10,4% voor de verkrijging van onroerend goed na 1 januari 2023. De vrijstelling voor starters (onder bepaalde voorwaarden) en het 2% tarief voor de verkrijging van een woning die door de koper als hoofdverblijf wordt gebruikt, blijft in stand.

 

Btw-nultarief zonnepanelen op of in de nabijheid van woningen

De levering en installatie van zonnepanelen op of in de nabijheid van woningen wordt vrij van btw (btw-nultarief). In de btw-heffing worden ook verzorgings-, verpleeghuizen en bejaardenhuizen aangemerkt als een woning. Dit houdt in dat ook zorginstellingen en woningcorporaties in dergelijke situaties gebruik kunnen maken van dit nultarief. Ook doet het er niet meer toe wie eigenaar is van de woning en wie de zonnepanelen aanschaft, mits de zonnepanelen maar worden geïnstalleerd in de nabijheid van een woning. Naast de schoonmaak binnen woningen, het schilderen, stukadoren, behangen of isoleren, wordt het nu dus ook voor de zonnepanelen interessant om na te gaan of uw gebouw als woning kan kwalificeren.

De toepassing van het nultarief op de levering en installatie van zonnepanelen op gebouwen van algemeen belang wordt nog onderzocht. Mogelijk komt er voor de zonnepanelen op die gebouwen op een later moment nog een btw-nultarief.

 

Energiebelasting

Voor de energiebelasting gelden de volgende wijzigingen:

  • De Opslag Duurzame Energie wordt samengevoegd met de energiebelasting; per 1 januari 2024 wordt de Wet ODE ingetrokken
  • Het (samengestelde) tarief voor 2023 daalt voor de eerste 170.000m3 gas en 10.000KWH
  • De belastingvrije voet wordt verhoogd tot €777
  • De geplande verschuiving waarin aardgas zwaarder wordt belast dan elektriciteit wordt uitgesteld tot 2024

Er wordt nog gewerkt aan een prijsplafond voor gas en elektriciteit voor het midden- en kleinbedrijf: de exacte reikwijdte hiervan is nu nog onduidelijk.

Meer weten?

Neem gerust contact met ons op en wij adviseren u hier graag over.