Nieuw besluit btw-vrije samenwerking tussen instellingen.

In het besluit van 9 augustus 2019 (gepubliceerd op 4 september jl.) heeft de staatssecretaris van Financiën zijn uitleg gegeven over de toepassing van het zogenaamde Vavo-arrest buiten de onderwijssector. Het betreffende arrest van 22 januari 2016 had betrekking op twee onderwijsinstellingen die samen volwassenenonderwijs aanbieden. De Hoge Raad oordeelde (kortgezegd) dat naast het onderwijs ook de voor het onderwijs benodigde ondersteunende diensten was vrijgesteld van btw-heffing.

In het besluit geeft de staatssecretaris nu aan onder welke voorwaarden volgens hem een beroep op het arrest kan worden gedaan bij onderlinge samenwerkingen. Btw-heffing op bepaalde ondersteunende werkzaamheden in de samenwerking kan dan achterwege blijven. Dit besluit borduurt voort op eerder beleid bij onderwijsinstellingen maar kan ook voor andere sectoren worden toegepast. Wij vinden het een goede ontwikkeling dat de Belastingdienst dit beleid nu ook bij andere sectoren toepast.

Een greep uit de voorwaarden:

  • De samenwerking moet onder een gemeenschappelijke naam, verantwoordelijkheid en rekening worden uitgevoerd.
  • Beide instellingen moeten in dezelfde sector werkzaam zijn. Een samenwerking tussen een zorg- en onderwijsinstelling voldoet niet volgens het besluit.
  • Niet alle ondersteuning in het kader van de samenwerking zonder btw-heffing kan worden verricht. Met name is van belang of deze nodig zijn om de hoofd-prestatie zo aantrekkelijk mogelijk te maken.
  • Het uitlenen van personeel kan niet op grond van dit besluit btw-vrijgesteld plaatsvinden.

Hoewel wij deze extra uitleg toejuichen, is het nog wel de vraag in welke praktijksituatie deze uitleg een uitkomst biedt. Uit de uitleg blijkt bijvoorbeeld niet eenduidig of de staatssecretaris van mening is dat een samenwerking tussen een ziekenhuis en MSB ook van deze mogelijkheid gebruik zou kunnen maken. Ook vragen wij ons af of de uitsluiting voor het uitlenen van personeel in alle gevallen terecht wordt benoemd.   

Vooralsnog lijkt het erop dat samenwerkingen waarbij partijen onder gezamenlijke naam, verantwoordelijkheid en risico een activiteit ontplooien onder strikte voorwaarden gebruik kunnen maken van dit besluit. Hierbij valt te denken aan onderwijsinstellingen die gezamenlijk onderwijs aanbieden of twee ziekenhuizen met een gezamenlijke polikliniek of zorgafdeling. Mocht u hier vragen over hebben, dan kunt u hierover uiteraard contact met ons over opnemen.