Belastingplan 2019: verhoging lage btw-tarief van 6% naar 9%

Zoals al eerder was aangekondigd, is in het Belastingplan 2019 voorzien in een verhoging van het lage btw-tarief van 6% naar 9%. Het lage btw-tarief geldt onder andere voor eerste levensbehoeften zoals levensmiddelen, culturele en sportieve activiteiten en bepaalde arbeidsintensieve diensten.

Anders dan bij de verhoging van het algemene btw-tarief van 19% naar 21% in oktober 2012 gaat de aanstaande tariefsverhoging niet gepaard met een overgangsregeling. Dit betekent dat naar de normale wettelijke voorschriften beoordeeld dient te worden welk btw-tarief van toepassing is in de overgangsperiode rond de jaarwisseling.

Voor ondernemers die het kasstelsel toepassen is het eenvoudig. Het toepasselijke btw-tarief is het tarief dat geldt bij ontvangst van de betaling. Betalingen die vóór de jaarwisseling worden ontvangen, vallen aldus nog onder het 6% tarief.

In andere gevallen wordt het toepasselijke tarief bepaald op het tijdstip waarop de factuur wordt uitgereikt dan wel, indien deze niet of niet tijdig wordt uitgereikt, het tijdstip waarop de factuur uiterlijk uitgereikt had moeten worden. Een factuur moet worden uitgereikt uiterlijk op de 15e dag van de maand volgende op die waarin de levering of dienst is verricht. Bij vooruitbetalingen moet de factuur telkens worden uitgereikt vóór het tijdstip van de (contractuele) opeisbaarheid daarvan.

Indien er geen factureringsverplichting is (bijvoorbeeld bij prestaties aan consumenten), is het moment waarop de goederenlevering of de dienst wordt verricht bepalend. In geval van vooruitbetalingen wordt het toepasselijke tarief in alle gevallen bepaald op het moment van de ontvangst van de betaling.

Het vorenstaande brengt mee dat betalingen ontvangen vóór de jaarwisseling altijd zijn belast naar het huidige tarief van 6%. Dit geldt dus ook als de levering of dienst pas ná de jaarwisseling wordt verricht. In gevallen waarin een factureringsverplichting geldt, blijft het oude lage btw-tarief ook van toepassing op vóór de jaarwisseling gefactureerde vooruitbetalingen, mits deze contractueel opeisbaar zijn geworden in 2018.

[Bron: Belastingplan 2019]

Dit bericht verscheen in de Nieuwsbrief Btw en Overdrachtsbelasting nr. 21 van oktober 2018 van de Adviesgroep Indirecte Belastingen van Caraad Belastingadviseurs.