Vergoeding van vertragingsrente bij onredelijk lange termijn verlenen btw teruggaaf
Uitspraak: Hof van Justitie, 6 juli 2017, C-254/16 (Glencore Agriculture)
Glencore heeft verzocht om teruggaaf van ongeveer € 12,4 miljoen btw voor de maand september 2011. De Hongaarse Belastingdienst heeft naar aanleiding van dit verzoek een controle ingesteld. Gedurende de controle heeft de Hongaarse Belastingdienst Glencore diverse keren verzocht bepaalde gegevens te verstrekken. Aan Glencore zijn boetes opgelegd in verband met de late beantwoording van enkele van die verzoeken. Uiteindelijk wordt meer dan twee jaar na de indiening van het verzoek een deel van de btw-teruggaaf verleend. Glencore claimt vertragingsrente voor de periode tussen 4 december 2011 – de datum waarop de wettelijke termijn voor teruggaaf eindigde – en 13 november 2013. In geschil is of Glencore recht heeft op vertragingsrente, te weten een compensatie voor het feit dat de Belastingdienst een onredelijk lange termijn heeft gehanteerd voor het verlenen van de btw-teruggaaf waardoor de belastingplichtige schade heeft geleden.
Het Hof van Justitie oordeelt dat Glencore recht heeft op vertragingsrente. De controleprocedure heeft namelijk buitensporig lang geduurd. Daarbij moet wel worden vastgesteld in welke mate de duur van deze procedure aan Glencore en aan de Belastingdienst te wijten is. Het kan namelijk niet zo zijn dat een rentecompensatie wordt verleend voor zover de vertraging aan de belastingplichtige zelf te wijten is.
In Nederland ontstaat het recht op een rentevergoeding als er meer dan acht weken verstrijkt na ontvangst van het verzoek om een teruggaafbeschikking (art. 30ha AWR). Als de Belastingdienst het verzoek niet binnen deze termijn toekent, ontstaat recht op een rentevergoeding. Naar onze mening heeft Nederland op deze wijze een juiste invulling gegeven aan de plicht tot het vergoeden van de zogeheten vertragingsrente.
De huidige renteregeling moedigt ook aan dat de belastingplichtige rechten op teruggaaf niet laat liggen; immers, tot het moment waarop het verzoek wordt ingediend wordt er in geen enkel geval meer rente vergoed.
Dit bericht verscheen in de Nieuwsbrief Btw en Overdrachtsbelasting nr. 18 van september 2017 van de Adviesgroep Indirecte Belastingen van Caraad Belastingadviseurs.