Vennootschapsbelastingplicht voor reclame activiteiten en voor het veilen en verhuren van brandstofverkooppunten
Uit een recent gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Den Haag van 23 augustus jl. volgt dat, in navolging van een uitspraak van een andere rechtbank, het gelegenheid geven tot het doen van reclame-uitingen als een belaste activiteit voor de vennootschapsbelasting dient te worden aangemerkt. Voor de overwegingen bij dit oordeel verwijzen wij u naar onze eerdere nieuwsbrieven. In deze laatste uitspraak werd daarnaast geoordeeld dat het veilen en (vervolgens) verhuren van locaties van benzinestations ook als een belaste activiteit dient te worden aangemerkt. Door de betrokken gemeente in kwestie worden 40 locaties (de ondergrond) verhuurd, waarbij vrijgekomen locaties worden geveild en aan de hoogste bieder worden gegund. Kortweg is de rechtbank van oordeel dat in de gegeven situatie geen sprake meer is van normaal vermogensbeheer omdat gestreefd wordt naar een hoog rendement (winst optimalisatie) en dat sprake is van ‘arbeid plus’. Door de belanghebbende werd tevergeefs nog een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel/ evenredigheidsbeginsel. De staat verhuurt en veilt ook meerdere locaties, waarbij kennelijk alleen het veilen als een belaste activiteit wordt aangemerkt. Omdat de staat het verhuren en veilen bij afzonderlijke ministeries onderbrengt worden in dat geval de beide activiteiten niet geclusterd en blijft het verhuren onbelast.
Wij kunnen ons voorstellen dat de betrokken gemeente tegen deze uitspraak in beroep gaat. De discussie over reclame wordt in andere procedures wel verder gevoerd. Ook het oordeel over de brandstofverkooppunten bevat naar onze mening elementen die bestreden kunnen worden. De voorliggende discussie zal voornamelijk spelen bij de grote gemeenten en bij provincies.
Meer weten?
Wij hebben inmiddels de nodige ervaring met deze discussie. Neem gerust contact met ons op en wij adviseren u hier graag over.