Ontwikkelingen koepelvrijstelling: wijziging regelgeving op komst
Publicatie: Brief staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer van 20 december 2017.
In een brief aan de Tweede Kamer geeft staatssecretaris van Financiën antwoorden op vragen van de Tweede Kamer over de reikwijdte van de koepelvrijstelling. De koepelvrijstelling beoogt btw-heffing te voorkomen op diensten die vrijgestelde ondernemers en/of overheidslichamen hebben opgedragen aan samenwerkingsverbanden waarvan zij deel uitmaken. Deze vrijstelling is bedoeld te voorkomen dat efficiencyvoordelen van de samenwerking teniet worden gedaan door de btw-heffing over de betalingen die door de leden aan het samenwerkingsverband worden gedaan. Aan toepassing van de vrijstelling is een reeks voorwaarden verbonden. Over de uitleg van deze voorwaarden bestond veel onduidelijkheid. In een reeks arresten heeft het Hof van Justitie vorig jaar echter veel duidelijkheid gecreëerd.
Uit een drietal arresten van het Hof van Justitie van september 2017 blijkt dat de toepassing van de koepelvrijstelling enkel betrekking heeft op samenwerkingsverbanden waarvan de leden bepaalde activiteiten van algemeen belang uitoefenen die zijn genoemd in artikel 132 van de btw-richtlijn. Hieruit volgt dat niet in artikel 132 genoemde vrijgestelde activiteiten zoals handelingen terzake van verzekering en herverzekering, bepaalde handelingen op het gebied van financiële diensten, de verhuur en verpachting van onroerende goederen, niet kunnen delen in de koepelvrijstelling.
In Nederland wordt dit onderscheid voor de koepelvrijstelling nog niet gehanteerd. In zijn brief geeft de staatssecretaris van Financiën aan dat hij momenteel laat inventariseren welke consequenties deze beperking zal hebben voor de Nederlandse regelgeving.
Een arrest van het Hof van Justitie uit mei 2017 maakte duidelijk dat de koepelvrijstelling alleen van toepassing kan zijn op diensten die door de deelnemer/het lid uitsluitend worden gebruikt voor andere dan belaste handelingen. Daardoor was de staatssecretaris in september vorig jaar gehouden om de toezegging voor een verruimde toepassing van de koepelvrijstelling door samenwerkingsverbanden van gemeenten na anderhalf jaar alweer in te trekken. Die verruiming hield in dat de koepelvrijstelling ook kon worden toegepast op de dienstverlening van het samenwerkingsverband als die dienst door de deelnemende leden voor tenminste 70% werd gebruikt andere dan belaste handelingen (waaronder begrepen het handelen als overheid).
Gelet op deze brief mag worden verwacht dat in 2018 nader nieuws zal volgen over de wijze waarop de koepelvrijstelling in de Nederlandse wetgeving zal worden ingeperkt.
Dit bericht verscheen in de Nieuwsbrief Btw en Overdrachtsbelasting nr. 19 van februari 2018 van de Adviesgroep Indirecte Belastingen van Caraad Belastingadviseurs.