Hof van Justitie EG: Formaliteiten staan niet gauw aan de aftrek van btw in de weg
In deze Roemeense zaak was aan een belastingplichtige het recht op aftrek van btw geweigerd op de enkele grond dat het btw-nummer van de belastingplichtige enige tijd inactief was verklaard door de Roemeense belastingdienst. Niet in geschil was dat overigens aan alle voorwaarden voor het recht op aftrek was voldaan.
Het gaat in deze zaak om de juridische duiding van de formele vereisten die aan het aftrekrecht gekoppeld zijn. Kunnen deze formele vereisten verhinderen dat het aftrekrecht aan de belastingplichtige geweigerd wordt? Uit inmiddels constante jurisprudentie van het HvJ EG blijkt dat het antwoord daarop een “nee, tenzij” is. Het niet (volledig) voldoen aan de formele vereisten verhindert het recht op aftrek op zichzelf niet, tenzij er sprake is van fraude of misbruik.
In de onderhavige zaak was van zo’n uitzonderingsgeval geen sprake. Vaststond dat aan de materiële eisen voor aftrek werd voldaan en er geen sprake was van fraude of misbruik. In een dergelijk situatie moet de aftrek van voorbelasting gewoon worden verleend en kan het schenden van een formeel vereiste dit dus niet verhinderen. Eerder oordeelde het Hof van Justitie al in deze zin ten aanzien van inkoopfacturen, benodigd voor de uitoefening van het aftrekrecht, die niet volledig voldeden aan de daaraan gestelde (formele) wettelijke vereisten.
[Bron: Uitspraak]
Dit bericht verscheen in de Nieuwsbrief Btw en Overdrachtsbelasting nr. 21 van oktober 2018 van de Adviesgroep Indirecte Belastingen van Caraad Belastingadviseurs.