Gemeenten. Het heen en weer van leerlingenvervoer
Uitspraak: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 februari 2014, zaaknummers 12/00111 en 12/00112
De vraag of de btw op leerlingenvervoer aftrekbaar of compensabel is voor gemeenten houdt de gemoederen al enkele jaren bezig. Een update. Naar aanleiding van het ‘arrest Deventer’ uit 2005 (Collectief Vraagafhankelijk Vervoer is onder omstandigheden een btw-belaste prestatie van de gemeente en de btw op de inkoop van het vervoer is dan aftrekbaar) rees de vraag of de lijn die de Hoge Raad had uitgezet ook zou kunnen gelden voor het door of namens de gemeente geregelde leerlingenvervoer. Daarbij doen zich de volgende deelvragen voor:
- Is leerlingenvervoer een volledig btw-belaste prestatie?
- Is leerlingenvervoer alleen een btw-belaste prestatie als ouders een (meestal inkomensafhankelijke) bijdrage betalen?
- Is de btw declarabel bij het BTW-compensatiefonds als de btw niet aftrekbaar is?
Over deze kwestie lopen twee gerechtelijke procedures (gemeenten Borsele en Montferland) die inmiddels in verschillende stadia van behandeling zijn beland.
De zaak van de gemeente Borsele ligt inmiddels bij de Hoge Raad. Het Gerechtshof in Den Haag had daarin beslist dat de gemeente btw-belast presteert als de ouders bijdragen in de kosten. Dat de bijdrage afhangt van het inkomen van de ouders doet daarbij niet ter zake. Als gevolg van dit btw-belast presteren kwam de gemeente een volledig recht op aftrek van btw toe, aldus het gerechtshof. De beantwoording van de vraag of de gemeente Borsele recht had op compensatie van btw (voor zover deze niet aftrekbaar zou zijn) behoefde aldus geen beantwoording. Op 29 januari 2014 heeft Advocaat-Generaal Van Hilten in haar conclusie gesteld dat de gemeente voor het ‘vervoer tegen vergoeding’ wel btw-ondernemer is, maar voor het gratis vervoer niet. Dat zou dus leiden tot een gedeeltelijke aftrek van btw op de vervoerskosten. De A-G is daarom van mening dat de gemeente ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard voor wat betreft de gevraagde btw-compensatie. Het is nog afwachten of de Hoge Raad de conclusie(s) van de A-G overneemt.
Kort na de conclusie van de A-G deed het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak in de kwestie Montferland (4 februari 2014). Daar speelden in feite dezelfde vragen als in de procedure Borsele. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden kwam echter tot een ander oordeel: er is geen sprake van een rechtstreeks verband tussen de vervoersprestatie en de (inkomensafhankelijke) bijdrage van de ouders en er is daarom geen sprake van een economische activiteit door de gemeente. Ofwel de gemeente komt in het geheel geen recht op btw-aftrek toe! De btw kan ook niet worden gedeclareerd bij het BTW-compensatiefonds, omdat de uitsluitingsbepaling (‘individuele verstrekking’) van toepassing is.
Het is op het moment van het schrijven van dit bericht nog niet duidelijk of cassatie wordt ingesteld tegen de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden. Het is wel de vraag of de zaak Montferland voor de praktijk nog van belang is, nu de kwestie al bij de Hoge Raad is beland en er (hopelijk) binnenkort arrest zal worden gewezen. Gezien de onduidelijkheden over de btw-consequenties raden wij gemeenten aan om bezwaar te (blijven) maken tegen de ingediende btw-aangiften en opgaven BTW-compensatiefonds.
Dit bericht verscheen in de Nieuwsbrief Btw en Overdrachtsbelasting nr. 5 van maart 2014 van de Adviesgroep Indirecte Belastingen van Caraad Belastingadviseurs.