Gemeenten. Btw-gevolgen decentralisaties
Aanleiding: Brief van de VNG aan haar leden, 27 februari 2014
In nieuwsbrief 3 hebben wij aandacht geschonken aan de btw-problematiek bij de decentralisatie van taken in het sociale domein aan gemeenten. Naar verwachting zal er in de nieuwe situatie (2015) door de gemeenten méér btw voldaan moeten worden omdat de huidige btw-vrijstellingen voor samenwerkingsverbanden en (jeugd)zorg in de nieuwe situatie niet toereikend zullen zijn om een toename van de btw-druk te voorkomen. Op dit moment vindt er overleg plaats tussen het Ministerie van VWS en het Ministerie van Financiën over een eventuele aanpassing van de (zorg) vrijstellingen uit de Wet OB met het oog op de situatie vanaf 2015.
In dit licht is tevens relevant dat er met ingang van 2015 een plafond op het BTW-compensatiefonds wordt ingevoerd; een toename van de btw-druk als gevolg van de decentralisatie zou kunnen leiden tot een overschrijding van het plafond. Uit verschillende bronnen is af te leiden dat bij nieuwe taken voor gemeenten en provincies de compensabele btw in de bijbehorende geldstroom wordt gestort in het BCF en het plafond hiervoor wordt verhoogd. Er zal daarnaast naar verwachting echter ook sprake zijn van (bijkomende) btw als gevolg van bijvoorbeeld het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden voortvloeiend uit de decentralisaties. In zijn brief van 11 juli 2013 aan de voorzitter van de Tweede Kamer heeft de minister van BZK aangegeven dat er een ambtelijke werkgroep wordt ingericht die zal bezien hoe, op het moment dat het plafond van het BCF gaat knellen, bepaald kan worden in hoeverre dat ligt aan deze (bijkomende) btw. Inmiddels is bekend dat deze werkgroep zijn bevindingen in mei zijn bevindingen zal presenteren.
Daarnaast heeft de VNG in algemene zin aangegeven op zoek te zijn naar oplossingen voor het btw-vraagstuk bij samenwerkingsverbanden.
Wij onderkennen deze problematiek, maar ervaren in de praktijk ook dat er in veel situaties goed werkbare oplossingen toegepast kunnen worden. Verder lijkt er met betrekking tot het aangaan van samenwerkingsverbanden in het sociale domein sprake te zijn van een door de Rijksoverheid opgelegde plicht. In een aantal situaties kunnen wij ons voorstellen dat btw-heffing in geval van (een van hogerhand opgelegde) samenwerking dan niet aan de orde is, omdat de gemeente bij de uitoefening van aan haar opgedragen taken als regel buiten de heffing van btw dient te blijven.
Dit bericht verscheen in de Nieuwsbrief Btw en Overdrachtsbelasting nr. 5 van maart 2014 van de Adviesgroep Indirecte Belastingen van Caraad Belastingadviseurs.