Btw en Sportaccommodaties. Te ruime toepassing?
Uitspraak: Hof van Justitie, 19 december 2013, zaaknr. C-495/12
In onze vorige nieuwsbrief refereerden wij al even aan het arrest van 19 december 2013 van het Hof van Justitie. In dit arrest oordeelt het Hof van Justitie dat er voor de toepassing van de sportvrijstelling in de Europese Btw-richtlijn geen onderscheid is gemaakt tussen leden en niet-leden. Volgens de Europese btw-richtlijn moeten lidstaten in hun nationale btw-wetgeving een vrijstelling opnemen voor diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport door niet-winstbeogende instellingen. Nederland heeft deze vrijstelling beperkt tot diensten door sportverenigingen aan hun leden.
De consequentie van dit arrest lijkt te zijn dat de vrijstelling in Nederland te beperkt is toegepast. Onze verwachting is dat Nederland de wet op dit punt zal aanpassen.
Een voor de hand liggende gedachte is dat daarbij wordt teruggekeerd naar de situatie zoals die tot 1 januari 2002 gold. Tot die tijd was de vrijstelling in onze optiek namelijk wél conform de Europese bepaling. De vrijstelling gold toen zowel voor diensten door sportverenigingen aan hun leden als voor niet-winstbeogende instellingen die gelegenheid tot sportbeoefening gaven. Per 1 januari 2002 is de laatstgenoemde vrijstelling vervallen en is het lage btw tarief van toepassing verklaard op ‘het geven van gelegenheid tot sportbeoefening’.
Als gevolg van deze laatste wetswijziging hebben gemeenten en andere (niet-winstbeogende) exploitanten van binnen- en buitensportaccommodaties sinds 2002 op grote schaal gebruik gemaakt van dit gunstige btw-belaste regime. Het arrest van 19 december 2013 brengt hier mogelijk een einde aan, althans waar het gaat om niet-winstbeogende exploitanten van sportaccommodaties. Wij verwachten op Prinsjesdag 2014 meer duidelijkheid over de wijzigingen die de wetgever wenst door te voeren.
Dit bericht verscheen in de Nieuwsbrief Btw en Overdrachtsbelasting nr. 6 van juli 2014 van de Adviesgroep Indirecte Belastingen van Caraad Belastingadviseurs.