6% btw over gemeentelijke bijdrage voor gebruik sporthallen
Uitspraak: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28 juni 2013, nr. 11/3202
In geschil was de vraag of een stichting, die drie sporthallen exploiteerde, jegens de gemeente een btw-belaste prestatie verrichtte, bestaande uit het gelegenheid geven tot sportbeoefening. Het ging om het gebruik van de sporthallen door basisscholen. De gemeente verstrekte bij één sporthal een vergoeding aan de stichting op basis van een geraamd aantal uren gebruik voor de basisscholen (het maximaal aantal klokuren waarop de scholen recht hebben) en bij de twee andere sporthallen stond de gemeente garant voor het begrotingstekort van de sporthallen. De stichting verklaarde dat de gemeente ook bij deze twee sporthallen betaalde voor het gebruik door de scholen en dat die betaling was begrepen in de aanvulling op het begrotingstekort van de sporthallen.
De rechtbank oordeelde in beide gevallen dat er voldoende direct verband bestond tussen de prestaties (het gebruik door de basisscholen van de sporthallen) en de vergoedingen die de gemeente betaalde en dat de gemeente kon worden beschouwd als de verbruiker van de prestaties. Er was 6% btw verschuldigd over de gemeentelijke bijdragen aan de stichting. Aan de conclusie van rechtbank dat de exploitatiebijdrage als btw-belast werd beschouwd, zal ongetwijfeld hebben bijgedragen dat de gemeente niet een afzonderlijke vergoeding voor het gebruik van de betreffende sporthallen betaalde náást een exploitatiebijdrage. In de praktijk wordt een zuivere exploitatiesubsidie, waar geen bedongen tegenprestaties van de subsidieontvanger tegenover staan, als regel als een niet met btw belaste bijdrage aangemerkt.
Het gebruik door basisscholen van sporthallen is vaak onderwerp van discussie met de belastingdienst, omdat het gebruik ‘om niet’ in de regel de aftrek van voorbelasting beperkt. Meestal doet zich dit voor als de gemeente zelf eigenaar is van de sporthallen en deze deels bestemt voor het gebruik door het basisonderwijs. Wij wijzen er in dat kader op dat er meerdere manieren zijn voor de gemeente om de niet-aftrekbare btw te berekenen. Een ‘sportstichting’ variant, waarin een stichting verantwoordelijk is voor de exploitatie van de sportaccommodaties in de gemeente, kan zelfs een volledig recht op aftrek van btw opleveren op de totale exploitatielasten. Deze uitspraak bevestigt dat.
Dit bericht verscheen in de Nieuwsbrief Btw en Overdrachtsbelasting nr. 4 van november 2013 van de Adviesgroep Indirecte Belastingen van Caraad Belastingadviseurs.