Hoge Raad: Notariële akte van levering is geen factuur

Uitspraak: Hoge Raad 25 november 2016, nr. 15/02183

Dit arrest is een mooi voorbeeld waarin de Hoge Raad ‘om gaat’. De Hoge Raad vermeldt de oude rechtsregel, inhoudende dat een notariële akte van levering dient te worden opgevat als een factuur in de zin van de Wet OB en brengt in dit arrest helder tot uitdrukking te breken met die koers. De nieuwe regel is dat een notariële akte van levering niet als een factuur in de zin van de Wet OB kan worden aangemerkt, omdat in zo’n akte niet de betaling van een bedrag wordt gevorderd (maar enkel kwijting verleend van door de koper verschuldigde bedragen).

In de praktijk is geregeld dat de notariële akte wél, maar de notariële afrekening niet een factuur kan zijn in de zin van de Wet OB (Besluit van van 6 december 2014, BLKB 2014/704M, onderdeel 3.2.4). Dit beleid is door het arrest van de Hoge Raad niet meer actueel. Voor de praktijk biedt dit arrest naar onze mening meer helderheid: bij notariële leveringen zullen belastingplichtigen uit oogpunt van de btw moeten handelen alsof er geen notaris betrokken was.
De verkoper zal zelf een factuur moeten uitreiken aan de koper indien hij daartoe op grond van de Wet gehouden is en de koper zal erop moeten toezien dat hij van de verkoper een factuur van de verkoper ontvangt, wil hij aanspraak maken op aftrek van voorbelasting. De notariële akte en/of de notariële afrekening kunnen geen verschuldigdheid en/of aftrek doen ontstaan.

[Bron: Uitspraak]

Dit bericht verscheen in de Nieuwsbrief Btw en Overdrachtsbelasting nr. 16 van februari 2017 van de Adviesgroep Indirecte Belastingen van Caraad Belastingadviseurs.