Gunstige uitspraak Hoge Raad inzake verwerking verhuurderheffing  

Afgelopen vrijdag heeft de Hoge Raad ten gunste van de woningcorporaties een lang lopende discussie over de verhuurderheffing beslecht. De voorliggende vraag was kortweg of verkregen heffingsverminderingen in de aangifte VPB moesten worden gesaldeerd met de te betalen verhuurderheffing of dat de vermindering in mindering mocht worden gebracht op de investering die het betrof en daarmee de bruto verschuldigde verhuurderheffing ten laste van het fiscale resultaat kon worden gebracht. Dit laatste is voor de woningcorporaties veelal gunstiger omdat daarmee een deel van de heffing langdurig kan worden uitgesteld.

De Hoge Raad heeft nu, anders dan de rechtbank en het hof, uitgemaakt dat de heffingsvermindering een investeringssubsidie is die gekoppeld is aan het betrokken object en derhalve afgeboekt dient te worden op de geactiveerde voortbrengingskosten.

Door de afschaffing van de verhuurderheffing per 2023 heeft deze uitspraak naar de toekomst toe beperkte impact. Voor de afgelopen jaren en de tot die tijd nog in te dienen aangiften VPB is het arrest nog wel van belang. Veel woningcorporaties zullen met de discussie bekend zijn geweest en al de meest gunstige verwerking hebben doorgevoerd of bezwaar hebben gemaakt tegen de eigen aangifte. Voor zover dat nog niet is gedaan dient bekeken te worden voor welke jaren die stelling nog kan worden doorgevoerd, voor jaren die niet meer openstaan zou dit mogelijk kunnen aan de hand van de foutenleer. Hierbij kunnen wij u natuurlijk behulpzaam zijn.

Mocht u vragen hebben over het arrest van de Hoge Raad dan kunt u contact opnemen met onderstaande collega’s.

Henk LourensRutger Hotsma
06 435 901 7206 533 550 71
hlourens@caraad.comrhotsma@caraad.com
Rutger Hotsma